Geschiedenis
De historie van het roemruchte Dispuut Alcibiades gaat terug tot het jaar 1968, toen het Eindhovens Studenten Corps weer versterkt werd door een nieuwe lichting eerstejaars. Uit hun midden ontstond een jaarclub van elf personen, verrassend genoeg ‘Spuit Elf’ genaamd. Deze jaarclub maakte al snel furore binnen de vereniging door een hoog activiteitenpeil en de allergrootste gezelligheid. Deze dadendrang uitte zich onder andere in het aanvragen van een huis voor de jaarclub. Na verloop van tijd werd hun verzoek gehonoreerd en zo kwam het dat op 29 februari 1972 het pand aan de Casimirstraat 16 betrokken werd. De eerste bewoners van het huis werden de oprichters van het Dispuut met de naam Alcibiades, de naam van een dapper Grieks krijger uitblinkend in schoonheid, intelligentie, vernielzucht, listigheid, kracht, rijkdom en alcoholzucht. Kortom, een uitblinker in deugden en ondeugden.
Oprichting
Tijdens een korte plechtigheid ondertekenden Jan Merckel, Berend Nimberg, Niels Ottervanger, Paul Rosendahl-Huber, Norbert Schlegel en Mark van de Ven het Dispuutsboek. Het Dispuut Alcibiades was geboren en de wereld zou dit weten. Begin 1973 werden de eerste vier adspiranten geinaugureerd. Ook werd op gepaste wijze de eerste dies gevierd en afgesloten met een huisfeest, tot groot ongenoegen van de buurt. Doordat Alcibiades groeide en groeide, er minder enthousiaste gevoelens bij de buurt ontstaan waren en het activiteitenpeil sterk terugliep binnen sociëteit Ilium, werden vele dispuutsactiviteiten uiteindelijk naar sociëteit Ilium verplaatst. Zo ontstonden de wekelijkse dispuutsborrel op donderdag en de dispuutsmaaltijd.
In de zomer van 1973 werd het dieptepunt in de nieuwe aanwas van het E.S.C bereikt. Alcibiades kon echter weer een aantal nieuwe zielen verwelkomen. Door de constante groei kon Alcibiades zich in toenemende mate manifesteren bij sportieve ontmoetingen met andere disputen. Op het gebied van de gezelligheidspunten bleek er weer eens de verwantschap met de Griekse held. Veel dispuutsleden maakten deel uit van bestuursorganen binnen het Eindhovens Studenten Corps, waardoor de inbreng van het Dispuut steeds meer toenam.
Annexatie
Ook de burgerij van Eindhoven werd gezegend door het hoge activiteitenpeil van Dispuut Alcibiades, getuige het jaarlijkse spuitbal op het Lodewijk Napoleonplein en de jaarlijkse diesviering van de goedheiligman. In maart 1977 werd het eerste lustrum gevierd met een groots opgezet feest in Tiroler stijl. Op de dag van de arbeid kwam er een einde aan alle inspanningen die men zich had getroost om het territorium op legale wijze uit te breiden door de annexatie van Casimirstraat 18. Natuurlijk was er een grote rivaliteit tussen deze beide oorden, wat zich onder andere uitte in verscheidene grollen en pesterijen over en weer. In november werd het eerste gezamenlijke huisfeest gegeven.
Wegens grote verdiensten voor het Eindhovens Studenten Corps verkreeg de Senaat Coppus in 1976 de machtiging van de Corpsvergadering om Dispuut Alcibiades te erkennen. Het duurde echter nog tot 18 september 1981 voordat de Senaat van het Eindhovens Studenten Corps een aantal disputen dit predikaat verleende. Alcibiades onderging deze heuglijke gebeurtenis als eerste.
Strijdwagen
Begin jaren tachtig is ook de tijd dat Dispuut Alcibiades verblijd werd met een visualisatie van de veelgeroemde Zuid-Europeaan. Het behaagde de goden om hen de enigszins abstracte weergave van een Cupido te brengen. Zo werd Dispuut Alcibiades verrijkt met de engel op een strijdwagen, hetgeen symbool staat voor de deugd en de ondeugd. In 1984 werd op grootse wijze het derde quastrum gevierd met een quastrumboek, een receptie, een vakantie met reünisten, de tweede Alcibiades Dispuutsfilm en (als eerste Dispuut) de Alcibiades liederenbundel.
In 1988 besloten een aantal Alcibianen hun verdriet over hun aankomende entree in de burgermaatschappij te verdrinken tijdens een feestje. Natuurlijk was niemand te beroerd om enthousiast mee te rouwen en het resultaat was een bijeenkomst waarbij de glasrekening vele malen groter was dan de bierrrekening (en die was al niet gering). In 1989 werd noodgedwongen met de rijke huisfeest-traditie gebroken, vanwege de verslechterde verhouding met de SSHE. Na geweldige feesten als het Onderwereldfeest (1978), het Mokumfeest (1981), het Italiaans Havenfeest (1986) en de BBBBP (1988) was dit Kozakkenfeest een waardig einde van een tijdperk.
Spuitbal
Door het toedoen van een aantal creatieve Alcibianen werd begin jaren negentig een kleine jeneverstokerij ervan overtuigd haar goede naam aan Dispuut Alcibiades te verbinden. Zo ontstond de hechte samenwerking tussen een hoogwaardig jenevermerk en een trots en actief dispuut. De oude huisfeesttraditie werd op deze manier al snel vervangen door een nieuwe: het KETEL 1 Cabaret met feest. Vele aanstormende cabaretiers hebben sindsdien het genoegen gehad om landelijke bekendheid in sociëteit Ilium te verwerven. Zo waren daar Echte Mannen (echte mannen in een animalhouse), Pieter de Rijk (Suis buis feest), Theo Maassen (Onder water party), Marco Hupkens (De laatste nacht van Pompeii), Marcel Boon (In de olie) en de Enge Buren (lustrumweek). In maart 1996 werd het zesde quastrum op grootse wijze gevierd middels het quastrumgala waarbij vrijwel alle leden en reünisten aanwezig waren.
In augustus 1996 werd een andere traditie in haar oude glorie hersteld: sjaarsen mochten zich tijdens de intro laten bewateren bij het aloude Spuitbal. Ondanks de ongewenste deelname van regendruppels was het zeker een spetterend spektakel. In december van datzelfde jaar vond een groots afscheid van zeven Alcibianen van hun studententijd plaats. In april werd de 25e dies van het Dispuut in Rotterdam gevierd met een bezoek aan KETEL 1 en een druk onofficieel programma (waaronder brassen met R.S.C. knorren). In maart 2020 zijn de vooralsnog jongstejaars leden geïnaugureerd.
Vandaag de dag
Op dit moment is Alcibiades een van de gezelligste, levendigste en een van de meest continue Disputen binnen het Eindhovens Studenten Corps. Met twintig leden, de jaarlijkse activiteiten voor de vereniging, tal van interne activiteiten, bijdragen aan diverse Corpscommissies en de allerbeste sponsor, kan bovenstaande bewering alleen maar onderstreept worden. Het verleden inspireert ons en de toekomst lacht ons toe.
Alcibiades voorwaar!